|
Deze maand staan we stil bij een belangrijke aanbeveling uit het handvattendocument dat de IZA-werkgroep laagdrempelige steunpunten heeft opgesteld : Borg wat er al is en faciliteer zonder te sturen.
Wat bedoelen we daarmee?
Goed om te weten dat initiatieven en organisaties die we nu onder laagdrempelige steunpunten scharen al tientallen jaren bestaan. In die tijd is er veel kennis en expertise opgebouwd. Er zijn er eigen (bewezen) methoden ontwikkeld en peersupport en ervaringsdeskundigheid zijn stevig verankerd in trainingen en opleidingen, en zo doorgegeven aan nieuwe generaties initiatiefnemers.
Een deel van deze organisaties is aangesloten bij de NVZH, de branchevereniging voor zelfregie- en herstelorganisaties.
Toch blijft voor veel plekken, ondanks hun lange ervaring en goedlopende initiatieven, structurele financiering en borging een uitdaging.
Juist daarom is het belangrijk om te investeren in wat er al staat en om te zorgen dat deze plekken kunnen blijven doen wat ze al jaren doen: ruimte bieden voor herstel, ontmoeting en groei.
Wat gemeenten en netwerkpartners kunnen doen
Gemeenten en netwerkpartners spelen een cruciale rol in het faciliteren van deze plekken – maar zonder te sturen of de regie over te nemen.
Dat kan bijvoorbeeld door:
- eerst goed te bekijken welke zelfregie- en herstelinitiatieven er al zijn.
- deze niet als ‘project’ om te professionaliseren benaderen, maar als maatschappelijke initiatieven met hun eigen (ervarings)deskundigheid, methoden en organisatiestructuren.
- waar nodig hulp te bieden: met huisvesting, netwerk, projectleiding, of het opzetten van samenwerking met bijvoorbeeld wijkteams of ggz.
- ruimte te laten voor eigen tempo, stijl en cultuur – geef vertrouwen in plaats van formats.
“Een belangrijke kern van laagdrempelige steunpunten is dat deze vanuit eigen initiatief ontstaan, waarbij eigen regie, zelfhulp en peersupport voorop staan.”
- Handvatten netwerk laagdrempelige steunpunten, IZA-werkgroep (2023)
Waarom is dit belangrijk?
- Zeker nu er veel nieuwe initiatieven ontstaan is het belangrijk om te borgen wat er al is;
- Initiatieven die van onderop ontstaan sluiten beter aan bij wat mensen écht nodig hebben;
- Eigenaarschap bij initiatiefnemers zorgt voor meer duurzaamheid en betrokkenheid;
- Door aan te sluiten bij bestaande energie, benut je wat er al werkt en bouw je daar verder op door.
Praktische tips
- Breng in kaart wat er al is: van formele herstelinitiatieven tot informele zelfhulpgroepen of ervaringscafés (zie hiervoor ook de inventarisatie die in 2024 is gedaan door de Galan groep en de MIND Atlas).
- Verbind partijen, zodat ze elkaar versterken in plaats van overlappen of met elkaar concurreren.
- Stel het doel voorop: plekken vanuit ervaringsdeskundigheid toegankelijk maken voor iedere inwoner die dat nodig heeft, met name mensen met complexere mentale problemen die vaak tussen wal en schip vallen.
Vragen ter reflectie
- Welke herstelinitiatieven of ervaringsdeskundige netwerken zijn er al in jouw gemeente of regio?
- Hoe kunnen jullie deze partijen versterken in plaats van opnieuw te beginnen?
- Wie zit er aan tafel en wie nog niet?
- Voor welke doelgroepen hebben we al laagdrempelige steunpunten in de buurt en waar missen we misschien nog iets?
Veel steunpunten zijn ooit begonnen als kleine initiatieven van bewoners die zelf ervaring met ontwrichting, ggz, herstel en peersupport hebben. Door hen te erkennen en te ondersteunen (bijv. met ruimte of verbinding), versterk je de basis van eigen regie en peersupport in laagdrempelige steunpunten.
Meer inspiratie en voorbeelden: |